maandag 26 maart 2012
Lezingenserie ‘Aander lu binnen ook lu’ (Ieder mens heeft zijn waarde): 28 maart
Lezing 28 maart
In de eerste
lezing spreekt Lies Ast-Boiten over Stadjers
en hun defilé van identiteiten …..
De
Verlichtingsfilosofen gebruikten exotische personages om hun tijdgenoten een
spiegel voor te houden. Een mooi voorbeeld is de satirische briefroman Lettres
persanes van Montesquieu. De ontmoeting met ‘de ander’ nodigt uit tot zelfonderzoek. De ontwikkelde
Groningers aan het einde van de achttiende eeuw waren goed op de hoogte met
dergelijke lectuur. Op zoek naar een nieuw vorm te geven nationale staat laten
zij zich door de internationale Verlichting inspireren, maar ook zoeken zij hun
inspiratie dicht bij huis en in het eigen verleden.
De ware Groningse
identiteit is te vinden in het bijbels humanisme van Wessel Gansfoort en
Agricola en Nederland is daaraan schatplichtig. Dergelijke gedachten worden
verspreid door het Groningse Nutsdepartement.
‘De ander’ is nu de ‘minvermogende natuurgenoot’ die moet worden
opgevoed tot een nuttig en beschaafd burger. Wanneer de eenheidsstaat onder
koning Willem 1 tot stand is gekomen, wordt bovendien het heldhaftige karakter
van de stad benadrukt: in 1672 hebben de dappere burgers het beleg van de stad
weerstaan en Nederland gered.
De Belgische
Opstand en de verontwaardiging over de ontrouwe en ondankbare Belgen versterken
de behoefte het ‘ware oud-Nederland’ en de specifieke rol van de Groningers te
definiëren. ‘De ander’, dat is de katholieke zuiderling.
In de volgende
lezing onder de titel ‘Groningen floot
schel door de zaal’ spreekt Mineke Bosch over Groningse feministen in de
nationale vrouwenbeweging.
Groningen heeft
niet alleen Aletta Jacobs voortgebracht. In de landelijke vrouwenbeweging rond
1900 speelden Groningse vrouwen een rol van betekenis. Vrijgevochten vrouwen
als Titia van der Tuuk en Frederike van Uildriks, die in kringen rond Multatuli
verkeerden, vrouwen als Annette Versluys-Poelman, Anna Polak en Betsy
Bakker-Nort die een vooraanstaande rol speelden in de vrouwenkiesrechtbeweging,
of vrouwen als C.G. Pekelharing-Doyer en H. Dull het initiatief namen tot de
organisatie van de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid in 1898.
Het citaat
‘Groningen floot schel door de zaal’ komt uit een verslag van M.K. Rijkens die
als afgevaardigde van de Groningse afdeling van de Vereeniging voor
Vrouwenkiesrecht een belangrijke vergadering bezocht in Amsterdam in 1895.
Uit het verslag
blijkt dat het onderscheid tussen ‘Amsterdam’ en ‘Groningen’ niet het enige
verschil was, dat de verslaggeefster maakte.
Lies Ast-Boiten
is cultuurhistorica en oud-conservatrice van de historische afdeling van het
Groninger Museum.
Mineke Bosch is
hoogleraar Moderne Geschiedenis aan de RUG. Zij doet onderzoek naar
wetenschapsgeschiedenis, de geschiedenis van politieke cultuur en burgerschap,
vrouwen en gendergeschiedenis. Zij schreef een biografie over Aletta Jacobs
(1854-1929) en publiceerde het dagboek
van de Groningse Frederike van Uildriks (1854-1919).
Datum: woensdag 28 maart
2012
Plaats: Groninger
Archieven, Cascadeplein 4 te Groningen
Aanvang: 20.00 uur (gebouw
open om 19.30 uur)
Toegang: iedereen is van
harte welkom en de toegang is gratis.
Abonneren op:
Posts (Atom)